Het lotingssysteem is vorig jaar ingegaan vanwege de krappe capaciteit van scholen en de grote hoeveelheid leerlingen. Leerlingen kunnen drie verschillende scholen kiezen, en binnen die scholen verschillende richtingen. Als een leerling dus mavo/havo advies heeft, kan de leerling bij een school die beide richtingen heeft zich twee keer inschrijven. In dat geval kunnen er zelfs zes opties voor een leerling zijn. “Een notaris loot in zes rondes”, legt Rutger van Deursen, directeur RSV PVO – het samenwerkingsverband van alle middelbare scholen in de regio, uit. “En na die zes rondes hopen we dat iedereen op een plek van voorkeur zit. Dat is voor bijna 5000 leerlingen wel gelukt, maar helaas voor 21 leerlingen niet.”
Systeem
“Dat is frustrerend voor die leerlingen. Maar het is wel het best mogelijke systeem om zo veel mogelijk leerlingen wel te plaatsen op een school van hun voorkeur.”
Het systeem wordt gebruikt in Eindhoven, Waalre, Veldhoven, Valkenswaard, Son en Breugel, Oirschot, Best, Heeze-Leende en Nuenen, Reusel- De Mierden, Bladel, Eersel en Bergeijk. Veel scholen in Eindhoven hebben een maximaal aantal plaatsen voor nieuwe leerlingen. Ondanks de groei van de regio, is Van Deursen niet bang dat het aantal leerlingen dat misgrijpt de komende jaren gaat toenemen. “Vooralsnog zien wij die groei niet", vertelt hij. “Maar zelfs al neemt die groei wel toe, dan is dit systeem juist nog meer nodig omdat de scholen nog voller worden.”
Doorstroomtoets
Wel ziet van Van Deursen een toename in het aantal aanmeldingen voor havo en vwo. "Vooral het hoger niveau onderwijs zit helemaal vol, en een van de redenen is de doorstroomtoets", geeft Van Deursen aan. De toets, die eerder de Cito-toets werd genoemd, is sinds vorig jaar leidend bij het advies dat kinderen krijgen voor de middelbare school. Dat betekent dat als een advies van de school lager is dan wat er gescoord is op de doorstroomtoets, het advies vanuit de school positief wordt bijgesteld.
Groter lijstje
Nu geven leerlingen dus een top drie op met voorkeursscholen. Van Deursen voelt er vooralsnog weinig voor om dat voorkeurslijstje in de toekomst langer te maken. “In Amsterdam moeten leerlingen 15 scholen opgeven. Is dat waar je naartoe wil?”, vraagt de directeur zich af. “Nu hebben leerlingen gewoon de vrijheid om buiten de drie scholen waar ze voor zijn afgewezen nog te kiezen. En we kijken samen met hen en hun ouders om een school voor ze te vinden waar ze tevreden mee zijn.”